NassauNieuws

Op deze pagina vindt u “oud nieuws” in de vorm van geschiedkundige feiten en weetjes over Breda,  de Nassaus en hun sociale omgeving. NassauNieuws wordt ook op papier uitgebracht, de pdf files van vorige edities kunt helemaal onderaan deze pagina downloaden. De verwijzingen naar activiteiten van anderen die met de Bredaase Nassaus te maken hebben zijn verhuisd naar de pagina zelf ontdekken.

april 2024

Lentekriebels

Afgelopen maart was het weer de Week van de Lentekriebels op heel veel scholen in ons land, waarbij gesproken wordt over weerbaarheid, relaties en seksualiteit. Het thema dit jaar was ‘Weerbaar online’.

 

De Bredase Nassaus hadden ook vaak lentekriebels, maar dan het hele jaar door en zeker niet digitaal.

 Ze waren allemaal keurig getrouwd en meestal kregen ze met hun echtgenotes de nodige wettige kinderen. In die tijd was het meer regel dan uitzondering dat de lentekriebels ook buiten de deur het testosteron deed stijgen. Vandaar dat er van de heren 

 van Breda heel wat onwettige kinderen rondliepen. Zij werden bastaarden genoemd, maar dat wilde niet zeggen dat zij aan hun lot werden overgelaten. Hun vader regelde een goede opleiding en zorgde via zijn relaties voor belangrijke leidinggevende functies.

We zullen de Nassau-heren met hun illegale nazaten eens op een rijtje zetten.

Engelbrecht I van Nassau zorgde met zijn vrouw Johanna van Polanen voor een wettige opvolger, Jan IV. Maar bij een onbekende vrouw verwekte hij Margaretha van Nassau en Johan van Nassau.

Zijn zoon Jan IV van Nassau lustte er ook wel pap van, want naast de zes kinderen die hij had met zijn vrouw Maria van Loon-Heinsberg (waaronder zijn opvolger Engelbrecht II), was hij eveneens vader van Jan de Bastaard van Nassau (moeder was Aleyd van Lommel) en Adriaan van Nassau zu Reinhardstein. Jan heeft later nog in Huis Assendelft in de Nieuwstraat gewoond en van hem is in de Grote Kerk een grafmonument te vinden. 

Engelbrecht I van Nassau en Johanna van Polanen

Is hij toch ook goed terecht gekomen…

Engelbrecht II van Nassau was getrouwd met Cimburga van Baden. Met zijn dood eindigde dit huwelijk kinderloos. Maar buiten de kasteeldeur heeft hij bij een wederom onbekende dame twee bastaarden achtergelaten: Engelbrecht van Nassau en Barbara van Nassau. Zij is uiteindelijk priores van het klooster Vredenberg geworden.

Engelbrecht II van Nassau wordt opgevolgd door zijn neef Hendrik III. Deze bekende graaf is driemaal getrouwd geweest: met Françoise van Savoye (geen kinderen), Claudia van Chalon (wettige zoon René) en Mencia de Mendoza (geen kinderen, wel veel geld). Van Hendrik is bekend dat hij regelmatig op reis was door Europa, vaak in opdracht van keizer Karel V. In elk stadje een schatje is bij hem wel van toepassing. Zo heeft hij met Elisabeth Claire van Rosenbach twee nakomelingen geregeld: Alexis van Nassau-Corroy en Elisabeth. Met Marie de Reval had Hendrik een zoon, Lodewijk Philips.

Barbara van Nassau

We sluiten dit gekriebel af met de opvolger van René, Willem van Oranje. Zijn vier huwelijken en officiële kinderen zijn algemeen bekend. Na een avontuurtje met Eva Elincx (dochter van een burgemeester of van een waard is niet helemaal bekend) liet hij bastaardzoon Justinus van Nassau (*1559) in Breda goedverzorgd achter.

Justinus heeft hoge militaire functies bekleed en is gouverneur van de stad geweest. Bekend is hij geworden met de overgave van Breda aan Spinola, historisch van groter belang dan alle overgaven aan de liefde door de Bredase Nassaus.

Daar lig je dan, Jan!

In bovenstaand artikel is gesproken over Jan de Bastaard van Nassau (geboren ±1435). Hij is in 1902 tijdens restauratiewerkzaamheden ‘herontdekt’. De sarcofaag met op een dunne lijkwade liggende naakte man werd niet direct herkend als Jan de Bastaard. In de Grote Kerk bevindt dit grafmonument zich in de noordelijke zijbeuk in de Sint-Hubertuskapel (eerder bekend als Sint-Franciscuskapel).

De transi-figuur stelt Jan voor die daar op 29 november 1506 werd begraven. De naakte overledene ligt op een dodenmat en is ontdaan van alle tekenen van waardigheid en al dan niet in staat van ontbinding. Deze manier van afbeelden ontstond in de late Middeleeuwen en hangt nauw samen met het toenmalige memento-mori-begrip. De transi-figuur als grafsculptuur verschijnt vanaf het einde van de 14e eeuw. Het grafmonument van René van Chalon in St. Dizier en natuurlijk het grafmonument in de Grote Kerk van Engelbrecht II en Cimburga zijn hiervan ultieme voorbeelden. 

Elders in de Grote Kerk is een memento-mori-steen te vinden die vroeger het knekelhuis sierde op het kerkhof.

De tekst luidt, “O mens dat gy syt ben ick geweest en dat ick ben dat svlt gy worden”.

Bij leven was Jan onder andere heer van Corroy en Frasne, kastelein van Heusden en rentmeester van Vianden. Hij trouwde twee keer en kreeg in totaal vier zoons en vijf dochters. Maar zoals het een echte bastaard betaamd, had hij buiten het huwelijk verschillende affaires met als gevolg nog eens drie bastaarddochters. Jan wordt gezien als de stamvader van de tak Nassau-Detzem.

In Breda woonde hij lange tijd in het Huis Assendelft in de Nieuwstraat dat er in zijn tijd iets anders uitzag dan de tegenwoordige behuizing van Hotel Nassau. Het is geen toeval dat in de Sint-Hubertuskapel ook het epitaaf voor Dirk van Assendelft en Adriana van Nassau te vinden is. Adriana was de kleindochter van Jan.

 

Bronnen: G.W.C. van Wezel.
Foto’s bij deze editie: Erfgoedweb Breda, Wikipedia en Gerald Dalinghaus.
februari 2024

Beeldspraak

Vanaf vrijdag 9 februari staat het Kielegat weer op zijn kop tijdens het jaarlijkse leutfeest Carnaval. Ut strôômt lekker deur: het bier uit de tap, de polonaise op de Grote Markt en – als dat nou eens mogelijk zou zijn – de grote optocht. Evenals voorgaande jaren zullen verschillende carnavalsgroepen Breda proberen te vangen in de kleurrijkste beelden, zowel lopend als op de wagens. Beelden van belangrijke Bredanaars zoals op dat moment Prins Carnaval en de nar en Bredase gebouwen zoals de Grote Kerk. 

Om de carnavalsgedachte het hele jaar levend te houden, is er in 1991 in de Ridderstraat zelfs een standbeeld geplaatst door de BCV. Deze stichting had in dat jaar het 55-jarig bestaan te vieren. Het is Sinte Juttemis en verwijst naar de tijd dat het door de  katholieke kerk verboden was om Carnaval te vieren.

Het feest werd te losbandig bevonden. Wanneer zou het er dan ooit nog eens van komen? Het antwoord van de bisschop was jarenlang hetzelfde: met Sinte Juttemis! Uiteindelijk mocht Carnaval vanaf 1936 weer gevierd worden, want Bredanaars laten zich een feestje niet lang afpakken.

Standbeelden die met de geschiedenis van Breda en de Nassaus te maken hebben, zijn echter met een vergrootglas te vinden. Op het Kasteelplein treffen we sinds 1921 koning-stadhouder Willem III aan, hoog gezeten op zijn paard. Terecht dat het standbeeld van Toon Dupuis daar staat, want deze Willem was het toch maar die het renaissancepaleis van zijn voorvader graaf Hendrik III van Nassau liet voltooien en de paleistuin vervolmaakte met vele standbeelden uit de oudheid, waarvan tegenwoordig alleen Hercules nog over is.

Op het terrein van de KMA, niet altijd publiekelijk toegankelijk, komen we koning Willem I en Willem van Oranje tegen. De koning verkreeg een moderne afbeelding, omdat hij de KMA heeft opgericht en staat vlakbij de Kraanpoort. Willem van Oranje heeft enkele jaren op het Kasteel gewoond. Het standbeeld is niet speciaal voor Breda gemaakt, want het stond oorspronkelijk vanaf 1959 in Willemstad op Curaçao en is pas in 2014 in onze stad geplaatst.

Toch magertjes voor Breda als Nassaustad. Dat vond de onlangs overleden Tjerk Westerterp in 1999 ook. Hij had met de Stichting Nationale Vorstentuin i.o. een plan bij de gemeente Breda ingediend voor een monument ter ere van het Huis van Oranje en de vorsten die Nederland regeerden. Het idee was om 24 borstbeelden met in het midden een buste van Willem van Oranje te plaatsen op het plein voor het Prins Bernhardpaviljoen.

Het ruiterstandbeeld van Willem III moest overigens wel op zijn plaats blijven staan. Een en ander zou minstens een miljoen gulden kosten.

Dit hoge bedrag, maar ook de nodige bezwaren hielden uiteindelijk de uitvoering van een vorstentuin tegen. Eén van de bezwaren kwam van de vorig jaar ook overleden secretaris van de Stichting Bewoners Stadshart, Laurens Siebers. “Het idee van Tjerk Westerterp voor een nationale vorstentuin in Breda is prijzenswaardig, maar het is niet sjiek zoals hij het aanpakt,” aldus Siebers. Hij vond het een beter idee om de beelden, als ze er komen, te plaatsen in lege nissen aan de buitenkant van de Grote Kerk.

Inmiddels zijn we een kwart eeuw verder en is er, behalve de twee beelden op het KMA-terrein, niets bijgekomen in de openbare ruimte. Om een beeldentuin met alle vorsten een plaats te geven, is gelukkig niet doorgegaan. Vele vorsten hebben namelijk weinig tot niets bijgedragen aan de ontwikkeling van de stad. Maar als er toch standbeelden geplaatst zouden worden, dan graag van Hendrik III van Nassau en zijn zoon René. Om er een gezinsensemble van te maken mag echtgenote en moeder Claudia van Chalon er ook bij. Graaf Hendrik heeft een zeer grote stedenbouwkundige en economische invloed gehad op Breda en René van Nassau heeft door de erfenis die

hij van zijn oom Filibert ontving de basis gelegd van het Huis van Oranje-Nassau. De locatie van deze beeldengroep zou inderdaad het eerder voorgestelde plein voor het Prins Bernhardpaviljoen kunnen zijn. Voorwaarde is wel dat zij gedrieën richting het Kasteel kijken: de plaats waar zij hebben gewoond en waar René in 1519 is geboren. Wat zij dan niet zien is qua architectuur en naamgeving geen gemis.

Breda na 100 jaar goed bewoonbaar

In 100 jaar kan er veel gebeuren. Sterker nog: in Breda is er echt veel veranderd! We beperken ons hier tot het vergelijken van de oppervlakte en het aantal inwoners van de gemeente Breda.

In 1924 woonden en werkten 30.400 mensen op het Bredase grondgebied dat zo’n 283 ha besloeg.

Honderd jaar later is de gemeentelijke ruimte bijna 30x groter geworden. Je zou dan verwachten dat de bevolking verhoudingsgewijs ook 30x gegroeid is tot ca. 912.000 inwoners. Ha, Breda bijna een miljoenenstad! Maar dat valt gelukkig erg mee. Met ongeveer 151.800 mensen hebben we voldoende ruimte. Breda blijft hierdoor een royale parel van het zuiden.

Graaf Hendrik III telde in zijn stad in 1524 tegen de 8000 burgers, maar zij leefden wel op een kluitje in het met een middeleeuwse muur omsloten Breda.

[Foto’s bij dit artikel van Wikipedia, Johan van Gurp, Boyd Smith, KMA en Gerald Dalinghaus]
december 2023

Koninklijk transport per spoor

Na 184 jaar is besloten dat de koninklijke trein uit ‘het spoor’ wordt genomen. De koning en koningin verplaatsen zich vanaf nu per gewone trein tussen hun onderdanen. Sinds 1839 reisde de koninklijke familie per spoor in hun eigen rijtuigen. Ook koningin Wilhelmina deed een dagje Breda op maandag 3 juli 1905 en kwam met haar koninklijke transportmiddel aan op het station. Na een wandeling door de Willemstraat betrad zij het Valkenberg om daar het Baroniemonument te onthullen.

Onthulling Nassaumonument

De koninklijke trein bestond uit salonrijtuigen en/of slaaprijtuigen en begeleidende rijtuigen zoals bagagerijtuigen. Het reizen in die tijd ging minder snel dan tegenwoordig en met zo’n trein kon de koninklijke familie ook langere reizen maken. Vandaar al die extra rijtuigen met in de belangrijkste veel luxe. Zo leek het rijtuig uit 1864 wel op een paleiskamer op wielen. Dit rijtuig (zie foto hieronder) werd gebouwd voor Anna Paulowna, de vrouw van koning Willem II. Het heeft dienst gedaan tot 1903.

Inmiddels was Wilhelmina al vijf jaar vorstin en werd het hoog tijd om het rijdend spoormaterieel aan de moderne eisen te laten voldoen. De koningin kreeg zo de beschikking over een nieuwe trein met twee salonrijtuigen (een voor haarzelf en een voor haar man Hendrik), een bagagewagen en een keukenwagen. De trein werd aangeboden door de Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij en de Staatsspoorwegen. De rijtuigen deden dienst tot 1940 en zijn na de Tweede Wereldoorlog wegens oorlogsschade alleen nog als dienstwagens gebruikt.

 

Interieur trein Anna Paulona
Interieur trein Wilhelmina

Met deze trein is koningin Wilhelmina dus in 1905 aangekomen in Breda. Hieronder links het salonrijtuig. 
Met een beetje fantasie zien we de koningin hier haar kopje thee nuttigen in afwachting van de aankomst in de Nassaustad. Misschien nog even de speech doorlezen.

Interieur trein Wilhelmina

Blijkbaar was Wilhelmina niet de enige die op die maandagochtend op pad was, getuige het verslag in het Algemeen Dagblad.

“Alle binnenkomende treinen voerden een massa menschen aan; men kan veilig aannemen dat de bevolking van Breda met vermeerderd is. Te 12 uur stoomde de koninklijke trein binnen. De eerewacht der schutterij stond onder commando van den kapitein G. Blaeser, op het perron, de muziek speelde het Wilhelmus. De burgemeester, de heer Ed. Guljé, heette H.M. welkom, terwijl de jongejuffrouw M. van Dam der koningin een ruiker aanbood. Na de inspectie der eerewacht werden in de wachtkamer eenige autoriteiten voorgesteld en onmiddellijk daarna de tocht naar de Koninkl. Militaire Academie aangevangen.”

Vanaf de KMA vertrok het koninklijk paar even voor 15.00u naar het monument dat, na diverse toespraken, werd onthuld.

Station Breda in 1905
Deze foto is uit 1939, het zou best mogelijk kunnen zijn dat de koningin Breda zo toewuifde op het perron

Terug naar het koninklijk vervoermiddel. Na de oorlog beschikte Wilhelmina over vier nieuwe rijtuigen die ook na de troonswisseling gebruikt werden. Koningin Juliana en haar man hebben de rijtuigen in de loop der jaren verbouwd, aangepast en deels buiten dienst gesteld. Koningin Beatrix heeft de laatste verouderde rijtuigen vervangen door een nieuw salonrijtuig. In de jaren 90 zijn enkele eerste klasse-rijtuigen verbouwd tot koninklijk rijtuig en tot in 2012 werden rijtuigen toegevoegd aan de trein.

Interieur trein Juliana
Interieur trein Beatrix

Naar verwachting is de koninklijke trein in juni 2023 voor het staatsbezoek aan België door koning Willem Alexander en koningin Máxima voor de laatste keer gebruikt. 

 

Met dit koninklijke treinverhaal tuffen we 2023 uit. De redactie van NassauNieuws wenst iedereen een vorstelijk en bovenal gezond 2024!

oktober 2023

Het hof van Nassau in Brussel

Willem van Duvenvoorde, die we ook kennen als kasteelheer van het Huis Strijen in Oosterhout, bulkte van het geld en liet daarvan rond 1340 op een hoger stadsdeel van Brussel een stadspaleis bouwen. Dit werd neergezet vlakbij het Paleis op de Koudenberg, de residentie van de hertogen van Brabant en Bourgondië.

Na zijn dood gingen al de bezittingen van Willem van Duvenvoorde, dus ook dit stadspaleis, over naar de familie Van Polanen. Door het huwelijk van Johanna van Polanen met Engelbrecht I van Nassau kwam ook het stadspaleis in Brussel in handen van de graven van Nassau. Tussen 1480 en 1520 werd het paleis grondig verbouwd door achtereenvolgens Engelbrecht II en Hendrik III.

 

Hof van Nassau

Inmiddels weten we dat, als Hendrik III iets aanpakt, het resultaat alle allure van zijn tijd uitstraalt. In Breda was dat het renaissancepaleis op de plaats van de Polanenburcht. In Brussel werd het vernieuwde paleis een trefpunt van vorsten en edellieden, maar ook van kunstenaars en schrijvers. Hij liet onder andere een gigantisch groot bed maken om tijdens een van zijn vele banketten dronken gasten in te gooien. Er konden er wel 50 in! Te midden van alle pracht en praal hing ook ‘De Tuin der Lusten’ waarvoor hij Jheronimus Bosch de opdracht gaf. Het paleis, inmiddels bekend als Hof van Nassau, had ook een eigen kapel. Deze was gebouwd in Brabantse gotische stijl (net als de Grote- of Onze Lieve Vrouwe Kerk in Breda), gewijd aan Sint Joris en voltooid rond 1520.

Na de dood van Hendrik III erfde zijn zoon René alles. Na hem was zijn neef Willem van Oranje aan de beurt. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog werden al zijn bezittingen verbeurd verklaard en nam onder andere de hertog van Alva zijn intrek in het Hof van Nassau. Begin 17e eeuw ging het paleis over naar de oudste zoon van Willem van Oranje, Filips Willem.

Hof van Brussel

Het nabijgelegen Paleis op de Koudenberg, ook bekend als het Hof van Brussel, begon in de 11e en 12e eeuw als burcht. Filips de Goede gaf de aanzet tot het bouwen van een schitterend paleis op deze plaats. Het werd de thuisbasis voor de hertogen van Brabant en Bourgondië, keizer Karel V en de landvoogden van de Nederlanden.

In 1731 werd het echter door brand compleet verwoest. Het hof van landvoogdes Maria van Oostenrijk verhuisde naar het Hof van Nassau.

Paleis Karel van Lotharingen

De oude Nassaukapel heeft dienst gedaan als biermagazijn, opslagplaats, laboratorium en catalogus- en leeszaal. In 1956 werd het ingesloten binnen de moderne gebouwen van de Koninklijke Bibliotheek van België op de Kunstberg. Hier kun je een bezoek brengen aan het KBR Museum met de handschriftencollectie Librije van Bourgondië van de Bourgondische hertogen, maar ook aan de Nassaukapel.

Nassaukapel
Koningsplein

Pas in 1775 werden de bovengrondse restanten van het verloren gegane Hof van Brussel gesloopt. Daar bovenop werd het Koningsplein aangelegd.

Om een indruk te krijgen van dit enorme paleis kun je nog fundamenten bezichtigen van de kelders, het wo

ongedeelte, de vroegere kapel en de Aula Magna (grote zaal). Maar ook een deel van de Isabellastraat en overblijfselen van het Hof van Hoogstraten (een naastgelegen stadspaleis dat in de 18e eeuw uitbrandde).

juli 2023

Op de houten fiets naar Breda en Diest

Precies 60 jaar geleden sloten de Oranjesteden Dillenburg(De), Orange(Fr), Diest (Be), en Breda(Nl) een vriendschapsverdrag waarmee de Unie van Oranjesteden tot stand kwam. Daarnaast begint na de zomervakantie het jubileumjaar ‘75 jaar Willem van Oranje College’.

Bijzondere feiten die vragen om een bijzondere actie; op de houten fiets naar Breda en Diest. In 1996 werd er bij de fusie van ‘Het Willem’ uit Waalwijk met De Maasstreek uit Wijk en Aalburg al een sponsorloop gehouden van Dillenburg naar Aalburg en Waalwijk. In 2005 zelfs een tocht van 1262 km van Orange naar huis. Nu kan dus de cirkel worden rondgemaakt met een sponsortocht naar de overgebleven steden Diest en Breda.

Een jubileumtocht voor zowel de Oranjesteden, het ‘Willem van Oranje College’ als  (mede)organisator van alle tochten, docent Henk van Noorloos die na 44 jaar voor de klas op Het Willem hiermee letterlijk zijn pensioen in wil fietsten.

De houten fiets wordt momenteel op school in Wijk en Aalburg gemaakt door sectie BWI (Bouwen Wonen Interieur). Ook zijn er speciale jubileumschildjes ontworpen. Aan het einde van de 100 km lange houten fietstocht worden er in Diest vier stuks overhandigd met de vraag er drie van te verzenden naar de andere drie oranjesteden om het 60-jarig vriendschapsverdrag te bevestigen. Daarna vervolgt de houten fiets zijn tocht naar Breda waar dezelfde vraag wordt gesteld. De fietstocht staat symbool voor het onderweg zijn en het doorgeven van waarden die horen bij het rentmeesterschap dat we hebben over de aarde en haar bewoners. Daarbij moeten we nieuwe wegen in durven slaan. De duurzame houten fiets gemaakt met een moderne cnc-frees gecombineerd met ouderwets handwerk staat hiervoor symbool. De fiets wordt na afloop overigens verkocht voor stichting Edukans. Hierdoor kunnen kinderen in ontwikkelingslanden ook naar school om een vak te leren en zo ook kans hebben op een menswaardige ‘oranje’ toekomst.

Henk van Noorloos,
Willem van Oranje College, Wijk en Aalburg

h.vannoorloos@wvoranje.nl
henk@vannoorloos.net

Keerpunten in de geschiedenis

Eerdere edities NassauNieuws