Op deze pagina vindt u “oud nieuws” in de vorm van geschiedkundige feiten en weetjes over Breda, de Nassaus en hun sociale omgeving. NassauNieuws wordt ook op papier uitgebracht, de pdf files van vorige edities kunt helemaal onderaan deze pagina downloaden. De verwijzingen naar activiteiten van anderen die met de Bredaase Nassaus te maken hebben zijn verhuisd naar de pagina zelf ontdekken.
…maar dan wel dankzij de Nassaus! De Grote Toren werd tussen 1468 en 1509 gebouwd. In die periode had Breda de volgende Heren: Jan IV van Nassau (1442), Engelbrecht II van Nassau (1475) en Hendrik III van Nassau (1504). Zij financierden de bouw van kerk en toren.
In 1503 arriveerden de eerste klokken en tien jaar later werd de grote klok ‘Roeland’ in de toren opgehangen. Nu het klokkenspel compleet was, kon in 1526 de eerste beiaardier zijn muziek over de stad uitstrooien.
Brandjes zijn in de geschiedenis van de Bredase toren een aantal malen voorgekomen. Zo schrijft G.W.C. van Wezel het volgende:
“Toen op woensdag 25 april 1591, ter gelegenheid van het bezoek van prins Maurits, door beierman/klokkensteller Peeter Henricx, torenwachter/trompetter Lancelot en twee anderen de lantaarns op de toren werden aangestoken en de klokken geluid, moet er iets zijn misgegaan. Het begin van een brand kon evenwel snel worden geblust. Ook in 1602 (blikseminslag) en 1681 ontkwam de toren ternauwernood aan brand.”
330 jaar geleden werd de toren op dinsdagmorgen 11 mei 1694 door bliksem getroffen, waardoor het bovenste houten deel (de torenspits) afbrandde. Tegen de enorme hitte was de vloer een verdieping lager niet bestand, waardoor de klokkenstoel vlam vatte en zo uiteindelijk ook de speel- en luidklokken naar beneden stortten.
Adam van Broeckhuysen (1682-1748) was militair en geschiedschrijver en is mogelijk als 12-jarig manneke getuige geweest van deze ramp. Enkele jaren later heeft hij zijn verslag op papier gezet: “Tegen half tien werd besloten de vlammende torenbekroning, waarvan de vonken en brandende brokstukken zich op de wind verspreidden, met een kanon af te schieten, in de hoop een stadsbrand te voorkomen. Maar tweemaal werd misgeschoten en men staakte het experiment. De ondergang van de stad werd gevreesd, de stadspoorten werden gesloten, het garnizoen in staat van alarm gebracht en op de wallen geposteerd om ‘het graauw’ van
buiten de stad dat belust zou kunnen zijn op plundering van brandende huizen, te kunnen weren. De beiaard, zijn voorspel van tien uur beginnend, stortte spelend neer en meteen viel de grootste klok, de Bom of Roeland, in de torenhal of de kerk neer. Maar de kerk werd door samenwerken van honderden mensen gered. Tegen de volgende middag pas doofde de brand, ‘de toren was een holle stompe koker tot beneden toe uijtgebrand.’
Hierna volgde al snel een plan voor de restauratie. Nog voordat de spits in zijn huidige vorm herbouwd was, waren er in 1695 al zeven klokken opgehangen. Natuurlijk zat hier een behoorlijk prijskaartje aan vast, maar daar komen de Nassaus weer om de hoek kijken.
Volgens de bekende geschiedschrijver Thomas Ernst van Goor zou koning-stadhouder Willem III een aanzienlijke bijdrage hebben geleverd, zeker ten aanzien van de klokken. Bewijs hiervan is overigens nog steeds in de toren aanwezig, want de grootste luidklok draagt zijn naam:
Van Goor beschrijft deze donatie als volgt: “… Korten tyd daarnaa is dezelve, voornamentlyck door mildadigheid van Koning Willem den III, Heer van Breda, weder heerlyck, doch met eenige verandering aan ‘t bovewerck, herbouwt, en in ‘t vervolg van tyd met veele zware Klocken voorzien.”
Die Willem III van Oranje-Nassau had dus een aardige cent over voor de stad Breda. Naast het financieren van de restauratie van de toren liet hij ook het renaissancepaleis van graaf Hendrik III van Nassau voltooien en liet hij zo’n 17 beelden plaatsen in het met vakken verdeelde Valkenberg. Dit huidige stadspark was toentertijd overigens Willems eigen paleistuin. Alleen het beeld van Hercules is van al die beelden nog bewaard gebleven.
Maar sinds zijn Blyde Incomste als Heer en Baron van Breda op 17 november 1668 heeft Willem III zijn geld ook laten rollen ten aanzien van het uitbreiden en het onderling door dreven verbinden van bossen rond Breda, het aanleggen van rechte steenwegen naar Ginneken en Princenhage en het verbreden van de vestingwerken. Bij dat laatste werd een groot aantal buitenwerken als een ring om de vesting heen aangelegd en kwamen er bomen op de wallen en nieuwe stadspoorten.
Op 19 maart 1702 overleed Willem III in Londen. Door opvolging via de Friese tak van de Oranje-Nassaus werd Breda als hofstad afgestoten en het paleis op slot gedraaid.
Gelukkig kunnen de kerkklokken ook dit jaar met Kerstmis volop geluid worden met dank aan de grote investeringen van de Nassaus in het verleden!
Het bestuur van Breda Nassaustad wenst iedereen een mooi en vooral gezond 2025!
Na alle borrels wordt er weer flink gewerkt aan de traditionele Breda Nassaudag die wordt gehouden op Tweede Pinksterdag, maandag 9 juni 2025. Deze Nassaudag zal wederom worden ingeluid met de klokken van de Grote Toren door de leden van het Klokkenluidersgilde Breda.
Op 14 juli van dit jaar wonnen de Spanjaarden het EK-voetbal. En blij dat ze waren! Maar bijna 400 jaar geleden waren zij ook in een overwinningsroes, ten koste van Breda.
De Tachtigjarige Oorlog / de Opstand was sinds 1568 in volle gang. Door de list met het turfschip moesten de Spanjaarden Breda vaarwel zeggen en daar baalden ze stevig van. Tijd dus om revanche te nemen.
Ambrogio Spinola, de Spaanse opperbevelhebber, vatte het plan op om Breda te gaan heroveren. De stad werd vanaf 28 augustus 1624 onder zijn leiding omsingeld. De stedelingen voorzagen al de komst van de Spaanse legers, dus werden tijdig de vestingwerken versterkt. Ook besloot gouverneur Justinus van Nassau, bastaardzoon van Willem van Oranje, flinke voorraden aan te leggen, waardoor de stad gerust een tijdje kon worden afgesloten.
Toen de Spanjaarden in het vizier kwamen, probeerden de Bredanaars hen vanaf de vestingwerken te verjagen, maar tevergeefs. Spinola had namelijk twee ringen om Breda aan laten leggen. Een daarvan was gericht op de verdediging van de manschappen bij aanvallen vanuit de stad, de andere verdedigingsring moest bedreigingen van buitenaf afweren.
Al met al zat er maandenlang weinig schot in de zaak. Spinola had geen haast: hoe langer deze toestand zou duren, hoe meer honger de Bredanaars zouden krijgen. Eens moesten hun voorraden toch opraken.
Het beleg van Breda door de Spanjaarden was wereldnieuws en werd zelfs een toeristische attractie avant-la-lettre!
Van heinde en ver kwam men de verdedigingsli-nies en de veldactiviteiten van de Spaanse soldaten in ogenschouw nemen en men liet zich uitgebreid informeren over de belegering.
Ook de Spaanse landvoogdes, aartshertogin Isabella kwam een kijkje nemen en liet zich door Spinola bijpraten. Als Breda gevallen zou zijn, zou zij zeker terugkeren om in de feestvreugde te delen.
Prins Maurits en na zijn overlijden prins Frederik Hendrik probeerden de bevoorrading van de Spanjaarden te verstoren en voedsel de stad in te krijgen, maar zoals gezegd, er was geen doorkomen aan bij de omsingeling.
Na een beleg van maar liefst elf maanden kon Breda niet anders dan zich overgeven. De stedelingen kwamen letterlijk om van de honger en de daarmee gepaard gaande ziektes. Frederik Hendrik gaf zijn toestemming voor overgave, waardoor op 5 juni 1625 de stadspoorten werden geopend voor de Spanjaarden. En inderdaad, Isabella kwam ook op bezoek.
Justinus van Nassau probeerde nog met de overwinnaars te onder-handelen. Zijn verzoek om binnen Breda godsdienstvrijheid te behou-den werd niet ingewilligd. Daarna namen – binnen het toen veelal protestantse Breda – katholieken het over van de protestantse bestuurders.
Breda zou tot 1637 in Spaanse handen blijven. De inname van de stad was echter wel de laatste overwinning van de Spaanse troepen.
Na de vernedering van de inname van Breda met inzet van het turfschip in 1590 waren de Spanjaarden trots op de herovering na 35 jaar. De Spaanse schilder Diego Velázques maakte er in 1634 een schilderij over. Het werk staat vol van symboliek, wat belangrijker was dan een natuurgetrouwe weergave van de overgave van de stad. De schilder was er zelf niet bij geweest.
Als ‘trofee’ is het nu nog steeds te bewonderen in het Prado in Madrid. Het blijft een apart verhaal waarom een kopie van dit wereldberoemde schilderij zo’n prominente plek in het Bredase stadhuis heeft gekregen. Misschien mogen we als Bredanaars toch trots zijn op het feit dat we toen die Spaanse overheersing zo’n elf maanden hebben weten te trotseren…
De vaste tentoonstelling over de Nassaus van Breda is absoluut een bezoek waard!
Aan de hand van de thema’s Kasteel, Stad en Land wordt het leven van deze invloedrijke familie in hun Bredase periode uit de doeken gedaan. Tijdens de expositie, maar zeker ook als je daarna thuis op de bank nog eens alles op een rijtje wilt krijgen, is het aan te bevelen om voor €7,50 de museumgids ‘De Nassaus van Breda’ aan de balie te kopen. De teksten zijn zeer goed leesbaar en beknopt, maar geven voldoende essentiële informatie. De museumgids is rijkelijk geïllustreerd met foto’s van voorwerpen uit de tentoonstelling.
Precies 60 jaar geleden sloten de Oranjesteden Dillenburg(De), Orange(Fr), Diest (Be), en Breda(Nl) een vriendschapsverdrag waarmee de Unie van Oranjesteden tot stand kwam. Daarnaast begint na de zomervakantie het jubileumjaar ‘75 jaar Willem van Oranje College’.
Bijzondere feiten die vragen om een bijzondere actie; op de houten fiets naar Breda en Diest. In 1996 werd er bij de fusie van ‘Het Willem’ uit Waalwijk met De Maasstreek uit Wijk en Aalburg al een sponsorloop gehouden van Dillenburg naar Aalburg en Waalwijk. In 2005 zelfs een tocht van 1262 km van Orange naar huis. Nu kan dus de cirkel worden rondgemaakt met een sponsortocht naar de overgebleven steden Diest en Breda.
Een jubileumtocht voor zowel de Oranjesteden, het ‘Willem van Oranje College’ als (mede)organisator van alle tochten, docent Henk van Noorloos die na 44 jaar voor de klas op Het Willem hiermee letterlijk zijn pensioen in wil fietsten.
De houten fiets wordt momenteel op school in Wijk en Aalburg gemaakt door sectie BWI (Bouwen Wonen Interieur). Ook zijn er speciale jubileumschildjes ontworpen. Aan het einde van de 100 km lange houten fietstocht worden er in Diest vier stuks overhandigd met de vraag er drie van te verzenden naar de andere drie oranjesteden om het 60-jarig vriendschapsverdrag te bevestigen. Daarna vervolgt de houten fiets zijn tocht naar Breda waar dezelfde vraag wordt gesteld. De fietstocht staat symbool voor het onderweg zijn en het doorgeven van waarden die horen bij het rentmeesterschap dat we hebben over de aarde en haar bewoners. Daarbij moeten we nieuwe wegen in durven slaan. De duurzame houten fiets gemaakt met een moderne cnc-frees gecombineerd met ouderwets handwerk staat hiervoor symbool. De fiets wordt na afloop overigens verkocht voor stichting Edukans. Hierdoor kunnen kinderen in ontwikkelingslanden ook naar school om een vak te leren en zo ook kans hebben op een menswaardige ‘oranje’ toekomst.
Henk van Noorloos,
Willem van Oranje College, Wijk en Aalburg