NassauNieuws

Op deze pagina vindt u “oud nieuws” in de vorm van geschiedkundige feiten en weetjes over Breda,  de Nassaus en hun sociale omgeving. NassauNieuws wordt ook op papier uitgebracht, de pdf files van vorige edities kunt helemaal onderaan deze pagina downloaden. De verwijzingen naar activiteiten van anderen die met de Bredaase Nassaus te maken hebben zijn verhuisd naar de pagina zelf ontdekken.

februari 2025

Van je familie moet je het (niet) hebben

Intussen kennen we die Bredase Nassaus wel: de twee Engelbrechten, Hendrik, René, de Willemen en ja, zelfs bastaard Justinus. Maar deze laatste was niet echt gecharmeerd van familielid Jan. Ongetwijfeld zal een ‘familiediner’ weinig zoden aan de dijk hebben kunnen zetten. Nu de nieuwsgierigheid van de lezer is gewekt, zullen we eens nader kennis gaan maken met Jan.

 

 Willem I van Nassau-Dillenburg (de Rijke) (boven) trouwt met Juliana van Stolberg en samen krijgen zij maar liefst elf kinderen. De oudste zoon is de later bekende Willem van Oranje. Een van zijn jongere broers heet Jan VI van Nassau-Dillenburg (midden). Deze Jan VI trouwt met Elisabeth van Leuchtenberg en ook zij zijn gezegend met een groot aantal kinderen, zodat ze meteen mee konden doen met het programma ‘Een huis vol’. Na Willem Lodewijk en Ernst Casimir komt Jan VII ‘de middelste’ van Nassau-Siegen (onder) ter wereld. Hij trouwt met Magdalena van Waldeck-Wildungen. Het echtpaar gaat in Dillenburg wonen en op 29 september 1583 wordt de hoofdrolspeler van dit verhaal, Jan VIII ‘de jongere’ van Nassau-Siegen, als tweede zoon geboren. Willem van Oranje was dus zijn oudoom. 

 

Zoals in die tijd gebruikelijk kreeg Jan een gedegen (militaire) opleiding in Herborn, Kassel en Genève. Daarbij hoorde ook het maken van een reis naar andere landen om kennis te maken met culturen en belangrijke personen. Dit werd de Grand Tour genoemd; inderdaad, net als de gebroeders De Witt waarover Huub Stapel enkele maanden geleden vertelde. Evenals voor deze broers was het met regelmaat een risicovolle onderneming. Dat bleek ook wel toen Jan gevangen werd genomen in Napels. Op voorspraak van paus Clemens VIII werd Jan uiteindelijk vrijgelaten. Opmerkelijk, want Jan was helemaal niet katholiek.


In 1610 nam Jan als officier in het Staatse leger deel aan de verovering van Gulik. Dit was wel een van de laatste keren dat hij werkte voor de hervormde overheid, want op Eerste Kerstdag 1613 bekeerde Jan zich openlijk tot het katholieke geloof. Hier was zijn familie niet blij mee.

Dit alles speelde zich af tijdens het Twaalfjarig Bestand midden in de Tachtigjarige Oorlog / De Opstand.

In 1614 trad hij in dienst van Karel Emanuel I, de hertog van Savoye. Een vurig ventje vanwege zijn onbezon-nenheid en militaire agressie, vandaar zijn bijnaam Heethoofd. Hij kon het zich veroorloven, want Karel Emanuel was immers de kleinzoon van koning Frans I van Frankrijk.


Terug naar Jan die in 1618 trouwde met de katholieke Ernestine Yolande van Ligne waarmee hij vijf kinderen kreeg. Een jaar later kwam hij in Habsburgse dienst. Toen zijn vader in 1623 stierf, bezette Jan het gebied Nassau-Siegen met een keizerlijk leger en begon daar een gewelddadige contrareformatie. In 1624 werd hij lid van de Orde van het Gulden Vlies…!

Het Twaalfjarig Bestand werd in 1621 opgeheven en het oorlogs-
geweld ging in alle hevigheid door. Zo maakte in juli 1624 het Spaanse leger onder aanvoering van Ambrogio Spinola aanstalten om Breda te gaan belegeren. Ze zouden hier zo’n elf maanden over doen. En wie deed daaraan mee? Juist: Jan VIII van Nassau-Siegen!
Breda, de hofstad van zijn oudoom Willem van Oranje-Nassau,

waar nu zijn bastaard-oom Justinus van Nassau gouverneur is en de stad al die maanden probeerde te verdedigen! Uiteindelijk had hij Breda op 2 juni 1625 over moeten geven aan de Spanjaarden.

Op 23 april 1625 overleed prins Maurits en werd meteen opgevolgd door zijn halfbroer Frederik Hendrik. Na de Spaanse inname van Breda meende Jan VIII recht te hebben op de stad en de Baronie en liet dit weten aan de Spaanse koning Filips IV. Jan VIII was katholiek en het nauwst verwant met de vorige heer van Breda. Filips IV ging ermee akkoord en zo verkreeg Jan op 10 juni 1630 het bezit en werd hij ingehuldigd met een Blijde Inkomst. Frederik Hendrik was het hier uiteraard totaal niet mee eens, maar kon weinig uitrichten terwijl de stad in Spaanse handen was.

Maar de aanhouder wint, want na een kort beleg capituleerde Breda op 6 oktober 1637 en werd Frederik Hendrik alsnog heer en baron van Breda.

En Jan? Die was al vanaf 1623 graaf van Nassau-Siegen, Katzenelnbogen, Vianden en Dietz, markies van Monte-Caballo, baron van Beilstein en baron van Ronse. Hier in Ronse, gelegen in de provincie Oost-Vlaanderen, had Jan in 1630 een kasteel laten bouwen en liet ze het in Breda maar even uitvechten. Op 27 juli 1638 blies hij in zijn net afgebouwde kasteel zijn laatste adem uit. Jan was bijna 55 jaar geworden.

Jan liet weliswaar een groot kasteel achter in Ronse, maar ook zijn enige zoon Frans Desideratus (rechtsonder) die hem opvolgde zodra hij meerderjarig werd. Dit werd overigens geen succesverhaal wegens wanbeheer en schulden. Hij moest bovendien een deel van het graafschap aan de protestantse tak van de familie afstaan!

Jan’s kleinzoon Willem Hyacinth vanNassau-Siegen (1666-1743) claimde het soevereine prinsdom Orange en pretendeerde daarmee de titel  Prins van Oranje, wat hem uiteindelijk niet is gelukt.

Zo zie je maar weer: in elke familie is wel eens wat. Maar binnen deze familie botsten allerlei belangen wel heel erg.

In Breda zijn de sporen van Jan VIII nagenoeg uitgewist. Hoewel… hij zou zich bemoeid kunnen hebben met het Kapucijnen-klooster in de Catharinastraat…

Bronnen tekst en illustraties: Erfgoedweb Breda, Wikipedia, "Engelbrecht van Nassau", Stadsarchief Breda en Gerald Dalinghaus
december 2024

Breda vooruit, de klokken luiden...

…maar dan wel dankzij de Nassaus! De Grote Toren werd tussen 1468 en 1509 gebouwd. In die periode had Breda de volgende Heren: Jan IV van Nassau (1442), Engelbrecht II van Nassau (1475) en Hendrik III van Nassau (1504). Zij financierden de bouw van kerk en toren.

In 1503 arriveerden de eerste klokken en tien jaar later werd de grote klok ‘Roeland’ in de toren opgehangen. Nu het klokkenspel compleet was, kon in 1526 de eerste beiaardier zijn muziek over de stad uitstrooien.

Brandjes zijn in de geschiedenis van de Bredase toren een aantal malen voorgekomen. Zo schrijft G.W.C. van Wezel het volgende:

“Toen op woensdag 25 april 1591, ter gelegenheid van het bezoek van prins Maurits, door beierman/klokkensteller Peeter Henricx, torenwachter/trompetter Lancelot en twee anderen de lantaarns op de toren werden aangestoken en de klokken geluid, moet er iets zijn misgegaan. Het begin van een brand kon evenwel snel worden geblust. Ook in 1602 (blikseminslag) en 1681 ontkwam de toren ternauwernood aan brand.”

330 jaar geleden werd de toren op dinsdagmorgen 11 mei 1694 door bliksem getroffen, waardoor het bovenste houten deel (de torenspits) afbrandde. Tegen de enorme hitte was de vloer een verdieping lager niet bestand, waardoor de klokkenstoel vlam vatte en zo uiteindelijk ook de speel- en luidklokken naar beneden stortten.

Adam van Broeckhuysen (1682-1748) was militair en geschiedschrijver en is mogelijk als 12-jarig manneke getuige geweest van deze ramp. Enkele jaren later heeft hij zijn verslag op papier gezet: “Tegen half tien werd besloten de vlammende torenbekroning, waarvan de vonken en brandende brokstukken zich op de wind verspreidden, met een kanon af te schieten, in de hoop een stadsbrand te voorkomen. Maar tweemaal werd misgeschoten en men staakte het experiment. De ondergang van de stad werd gevreesd, de stadspoorten werden gesloten, het garnizoen in staat van alarm gebracht en op de wallen geposteerd om ‘het graauw’ van

buiten de stad dat belust zou kunnen zijn op plundering van brandende huizen, te kunnen weren. De beiaard, zijn voorspel van tien uur beginnend, stortte spelend neer en meteen viel de grootste klok, de Bom of Roeland, in de torenhal of de kerk neer. Maar de kerk werd door samenwerken van honderden mensen gered. Tegen de volgende middag pas doofde de brand, ‘de toren was een holle stompe koker tot beneden toe uijtgebrand.’

Hierna volgde al snel een plan voor de restauratie. Nog voordat de spits in zijn huidige vorm herbouwd was, waren er in 1695 al zeven klokken opgehangen. Natuurlijk zat hier een behoorlijk prijskaartje aan vast, maar daar komen de Nassaus weer om de hoek kijken.

Volgens de bekende geschiedschrijver Thomas Ernst van Goor zou koning-stadhouder Willem III een aanzienlijke bijdrage hebben geleverd, zeker ten aanzien van de klokken. Bewijs hiervan is overigens nog steeds in de toren aanwezig, want de grootste luidklok draagt zijn naam:

Wilhelmus III D.G. magnae brittaniae rex baro(n) in Breda
Fidei defencor anno MDGXC
Paschasius Melliaert me fudit anno MDCZCV

Van Goor beschrijft deze donatie als volgt: “… Korten tyd daarnaa is dezelve, voornamentlyck door mildadigheid van Koning Willem den III, Heer van Breda, weder heerlyck, doch met eenige verandering aan ‘t bovewerck, herbouwt, en in ‘t vervolg van tyd met veele zware Klocken voorzien.”

Die Willem III van Oranje-Nassau had dus een aardige cent over voor de stad Breda. Naast het financieren van de restauratie van de toren liet hij ook het renaissancepaleis van graaf Hendrik III van Nassau voltooien en liet hij zo’n 17 beelden plaatsen in het met vakken verdeelde Valkenberg. Dit huidige stadspark was toentertijd overigens Willems eigen paleistuin. Alleen het beeld van Hercules is van al die beelden nog bewaard gebleven.

Maar sinds zijn Blyde Incomste als Heer en Baron van Breda op 17 november 1668 heeft Willem III zijn geld ook laten rollen ten aanzien van het uitbreiden en het onderling door dreven verbinden van bossen rond Breda, het aanleggen van rechte steenwegen naar Ginneken en Princenhage en het verbreden van de vestingwerken. Bij dat laatste werd een groot aantal buitenwerken als een ring om de vesting heen aangelegd en kwamen er bomen op de wallen en nieuwe stadspoorten.

Op 19 maart 1702 overleed Willem III in Londen. Door opvolging via de Friese tak van de Oranje-Nassaus werd Breda als hofstad afgestoten en het paleis op slot gedraaid.

Gelukkig kunnen de kerkklokken ook dit jaar met Kerstmis volop geluid worden met dank aan de grote investeringen van de Nassaus in het verleden!

Het nieuwe jaar wordt ingeluid

Het bestuur van Breda Nassaustad wenst iedereen een mooi en vooral gezond 2025!

Na alle borrels wordt er weer flink gewerkt aan de traditionele Breda Nassaudag die wordt gehouden op Tweede Pinksterdag, maandag 9 juni 2025. Deze Nassaudag zal wederom worden ingeluid met de klokken van de Grote Toren door de leden van het Klokkenluidersgilde Breda.

Bronnen tekst en illustraties: G.W.C. van Wezel, Thomas Ernst van Goor, Adam van Broeckhuysen, Wikipedia en Gerald Dalinghaus

Keerpunten in de geschiedenis

Eerdere edities NassauNieuws

NN01
Nr 1 - jun 2021
NN02
Nr 2 - aug 2021
NN03
Nr 3 - okt 2021
NN04
Nr 4 - dec 2021
NN05
Nr 5 -feb 2022
NN06
Nr 6 - apr 2022
NN07
Nr 7 - jun 2022
NN08
Nr 8 - aug 2022
NN09
Nr 9 - okt 2022
NN10
Nr 10 - dec 2022
NN11
Nr 11 - feb 2023
NN12
Nr 12 - apr 2023
NN13
Nr 13 - jun 2023
NN14
Nr 14 - aug 2023
NN15
Nr 15 - okt 2023
NN16
Nr 16 - dec 2023
NN17
Nr 17 - feb 2024
NN18
Nr 18 - apr 2024
NN19
Nr 19 - jun 2024
NN20
Nr 20 - aug 2024
NN21
Nr 21 - okt 2024