Engelbrecht II van Nassau

Algemeen stadhouder van de Bourgondische Nederlanden

1451 - 1504

Engelbrecht II bekleedde hoge militaire en bestuurlijke functies in dienst van de Bourgondische hertog Karel de Stoute. Door consequent de zijde van diens schoonzoon keizer Maximiliaan van Oostenrijk te kiezen, werd hij op het einde van zijn leven de voornaamste vertegenwoordiger van de Habsburgers in de Lage Landen. Filips de Schone benoemde hem in 1496 tot algemeen stadhouder van de Bourgondische Nederlanden.

Het praalgraf van Engelbrecht II en zijn vrouw Cimburga van Baden staat in de Prinsenkapel van de Grote Kerk.

Grafmonument

In de Prinsenkapel is het renaissance grafmonument opgericht voor Engelbrecht II van Nassau en zijn vrouw Cimburga van Baden. Onder het monument bevinden zich twee grafkelders. In de oudste rusten Hendrik III en zijn zoon René van Chalon, de laatste Nassau die in Breda werd begraven. In de andere bevinden zich de stoffelijke resten van Anna van Buren, de eerste vrouw van Willem van Oranje, en hun jong gestorven dochtertje.

Als Breda bij het overlijden van Willem van Oranje niet in Spaanse handen was geweest, zou hij naast zijn eerste vrouw begraven zijn en zou de Grote Kerk van Breda de grafkerk van de Oranje-Nassaus zijn gebleven.

Engelbrecht II en Cimburga hebben overigens niet hun laatste rustplaats onder hun eigen beeltenis gevonden. Zij liggen in de grafkelder van Engelbrecht I.

Wapen van Nassau Dillenburg van 1493