Willem III hield in 1678 zijn Blyde Incomste in Breda. Vanaf dat moment verbleef hij regelmatig in de stad. Hij liet de vestingwerken grondig reconstrueren, er werden steenwegen aangelegd naar het Ginneken en Princenhage en tussen 1686 en 1695 werd het kasteel van Hendrik III afgebouwd. Ook de paleistuin en het Valkenberg werden grondig gerenoveerd. Het beeld van Hercules herinnert nog daaraan. Tussen de bedrijven door mocht Willem III graag gaan jagen in het Mastbos.
In 1902, tweehonderd jaar na zijn dood, werd een Nationaal Comité opgericht om in Nederland een standbeeld voor koning-stadhouder Willem III op te richten. Vanwege de nauwe banden met het koningshuis werd gekozen het beeld in Breda te plaatsen. De kunstenaar Toon Dupuis was verantwoordelijk voor het ontwerp. Het beeld werd feestelijk onthuld op 8 oktober 1921.