De erfdochter van de Polanens, Johanna, trouwde in 1403 met Engelbrecht van Nassau. Ze was pas elf jaar oud en schatrijk. Engelbrecht was de dertig al voorbij, van hoge adel, maar had weinig geld. Het paar was uiteraard om politieke redenen aan elkaar gekoppeld.
Engelbrecht was de derde zoon van Jan I van Nassau-Dillenburg. Om versnippering van het familiebezit te voorkomen was hij geestelijke geworden en had hij afgezien van een erfenis. Hij was echter nog niet gewijd. In 1404 deed het paar zijn officiële Blyde Incomste als heer en vrouwe van Breda. Engelbrecht trad in dienst van de Bourgondiërs, een baan die hem – financieel – geen windeieren zou leggen.
Het grafmonument voor Engelbrecht I met zijn vrouw Johanna van Polanen en hun zoon, Jan IV met zijn vrouw Maria van Loon, is het laatste gotische grafmonument in de Grote Kerk. Helaas is het monument zoals het er nu uitziet niet meer hetzelfde als wat de opdrachtgever en de maker het bedoeld zullen hebben. In de zestiende eeuw en de Franse Tijd werd het beschadigd. Ook gewone slijtage deed zijn werk.
In de negentiende eeuw is het naar de toenmalige inzichten hersteld. De grafkelder, die in 1996 voor het laatst geopend werd, bevat de resten van in totaal zeventien personen. Niet alle lichamen konden worden geïdentificeerd. Wel is vastgesteld dat de vier genoemde personen in ieder geval in deze grafkelder hun laatste rustplaats hebben gevonden.